tot herstel en verhoging van haar zeer eigen stadsschoon

Beleidsplan Stichting Veere

Beleidsplan Stichting Veere

Doelstelling Stichting Veere: herstel, behoud en verhoging van haar eigen stadsschoon. Zij houdt zich bezig met Veere binnen de wallen. Zij bereikt dit door een bestuur van onbezoldigde vrijwilligers. De Stichting heeft donateurs.

De werkvelden zijn wonen/werken, groen en monumenten. 

Belangrijke documenten zijn de nota’s Ruimtelijke Kwaliteit en Beschermd Stadsgezicht. Jan Roggeveen heeft dit nader uitgewerkt in de notitie Omgevingswet d.d. 17 mei 2024 (bijgevoegd). Deze notitie vormt de basis om speerpunten van beleid vast te stellen en in gesprek te gaan met de andere belanghebbenden, zodat wij actief kunnen acteren.

Activiteiten van de drie werkvelden:

Wonen en werken. beschermd stadsgezicht. Leefbaarheid en oorspronkelijkheid stad Veere (Jan R en Peter). Bas participeert in de gemeentelijke werkgroep Oranjeplein.  

Doelen voor 2025:

  • Inventarisatie achterstallig onderhoud monumenten en openbare ruimten.
  • Rol toerisme op onze doelstellingen. 
  • Het verduurzamen van monumenten.
  • Stimuleren aantrekkelijk woon- leef milieu. 
  • Oranjeplein: meedenken over mogelijke inpassing en consequenties leefbaarheid.
  • Sandenburghlaan – Mary Stuartlaan: meedenken of nieuwbouw past bij beschermd   Stadsgezicht Veere.  
  • Onderzoek of herbouw Arsenaal voor huisvesting starters mogelijk is.
  • Relatie monument- verduurzaming
  • Terrasbeleid beleid kritisch bezien vanuit oorspronkelijkheid en leefbaarheid.

 Groen (Bas). Bas zit namens de Stichting in de werkgroep groen van de Stadsraad. De werkgroep Boomgaard voert het projectplan Kern met Pit uit. 

Doelen voor 2025:

  • Bijdrage leveren binnen de werkgroep Groen van de Stadsraad.
  • Uitvoering geven aan projectplan Kern met Pit. Stappen zetten richting grotere betrokkenheid inwoners Veere.

Monumenten (Jan R  en Ina Margriet ). 

Doelen voor 2025: 

  • Relatie monument- verduurzaming.
  • Stadhuisbeelden.
  • Onderhoud van monumenten (in stand houding) en monitoren ongewenste aanpassingen.
  • Mogelijke aanvraag subsidie.

Ten aanzien van deze 3 werkvelden formuleren wat de toegevoegde waarde is van de Stichting en met welke stakeholders kan worden samengewerkt.

Bijvoorbeeld:

Wonen/werken: verduurzamen van woningen, informatie geven aan eigenaren. Samenwerken met de commissie Verduurzaming van de Stadsraad. Berichten uit de Gemeente beoordelen.

Groen: Boomgaard en Waardevolle bomen. Samenwerken met werkgroep Groen van de Stadsraad. Binnen het project Kern met Pit uitzoeken met welke instanties we kunnen samenwerken.

Monumenten: de Campveerse Toren, de Schotse huizen, het Stadhuis, de molen en de Grote Kerk.

Activiteiten van de Stichting:

  • 2 maandelijks vergaderingen. 
  • Schouw samen met de stadsraad. Schouw agenderen, procedure. Bij Stadsraad vragen wie er bij de schouw was; verslag en afgesproken acties.
  • Actueel houden website.
  • Bewoners Veere actief betrekken bij activiteiten van de Stichting.

Waar mogelijk trekt de Stichting samen op met de stadsraad. Wij willen onderzoeken of er ook raakvlakken zijn met Museum Veere, de Jachtclub, de Grote Kerk en de vrienden van Veere.


Omgevingswet

Wat zijn  de consequenties voor de Stichting Veere?

De Omgevingswet gaat over de ruimte waarin mensen wonen, werken en ontspannen. Deze nieuwe wet voegt oude wetten samen en bevat regels voor wat er buiten te zien, ruiken en horen is. Een vergunning aanvragen voor een nieuw plan of idee kan in het nieuwe digitale Omgevingsloket. Bijvoorbeeld een nieuwe garage bouwen. Of een dakraam vervangen. 

Deze wet komt in de plaats van 26 wetten en regels.

Overheden zoals gemeenten en waterschappen moeten bij plannen voor de omgeving omwonenden, bedrijven en organisaties betrekken. Bijvoorbeeld als zij een omgevingsvisie of  waterschapsverordening maken. In de Omgevingswet staan hierover regels voor overheden. Bijvoorbeeld dat in de definitieve plannen moet staan welke omwonenden, bedrijven en organisaties om hulp of advies zijn gevraagd. En wat het resultaat daarvan is. 

Hier ligt dus een Taak voor de Stichting Veere.

Omgevingsvisie

In de omgevingsvisie worden meerdere sectorale visies samengebracht tot één integraal verhaal over de fysieke leefomgeving. Denk aan cultureel erfgoed, water, wonen, milieu, landschap, gezondheid, bodemkwaliteit, mobiliteit, economie en vestigingskwaliteit.

Een omgevingsvisie richt zich op de toekomstige ontwikkeling van een gemeente. Hierbij wordt een strategie van de fysieke omgeving geschetst voor de lange termijn. Dat gaat verder dan alleen ruimtelijke ordening. Het streven is een bredere integratie van sociale, economische en ecologische aspecten. Het resultaat is een duidelijke en evenwichtige ontwikkeling. Die rekening houdt met de behoeften van huidige en toekomstige generaties.

Deze omgevingsvisie komt onder meer in de plaats van:

  • gebiedsdekkende structuurvisies
  • verkeers- en vervoerplannen
  • milieubeleidsplannen

De gemeente voegt het beleid op de verschillende terreinen van de fysieke leefomgeving niet alleen samen in de omgevingsvisie. Maar verbindt dit ook met elkaar. Op die manier kunnen tegengestelde of juist gelijke belangen worden herkend.

Accenten en prioriteiten

De brede reikwijdte van de omgevingsvisie wil niet zeggen dat de gemeente alle onderwerpen tot in detail moet uitwerken. De gemeente kan in een omgevingsvisie accenten leggen en prioriteiten stellen. Ze kan gewenste kwaliteiten en functies op hoofdlijnen beschrijven, uitgaande van opgaven en ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving.

De Gemeente Veere heeft de Structuurvisie 2047  opgesteld.

Hierbij  heeft de Stichting actief geparticipeerd.

Dit stuk is terug te lezen op de website van de Gemeente Veere,

De verschillende kernen laten elk hun eigen voorkeur zien, indien er nieuwe plannen worden ingebracht (Oranjeplein ) dan is het wenselijk om aansluiting te zoeken met deze omgevingsvisie.

Omgevingsplan

Dit plan komt in de plaats van de Bestemmingsplannen, in de meeste gemeenten (voor zover ik zie ook Veere) is het oude Bestemmingsplan nog in werking

De nieuwe wet zorgt ervoor dat:

  • er 1 loket is waar inwoners een vergunning aan kunnen vragen. De naam van dit loket is het Omgevingsloket. In dit loket staan alle regels en plannen van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk.
  • de overheid sneller beslist over vergunningaanvragen voor een plan. Bij korte procedures kan er een beslissing binnen 8 weken komen. Soms duurt dat langer en komt er een verlenging. 
  • gemeenten 1 omgevingsplan maken voor hun gebied. De verschillende bestemmingsplannen gaan op in het omgevingsplan,
  • Overheden moeten omwonenden en bedrijven betrekken bij plannen (participatie) Let op stichting !
  • Overheden zoals gemeenten en waterschappen moeten bij plannen voor de omgeving omwonenden, bedrijven en organisaties betrekken. Bijvoorbeeld als zij een omgevingsvisie of  waterschapsverordening maken. In de Omgevingswet staan hierover regels voor overheden. Bijvoorbeeld dat in de definitieve plannen moet staan welke omwonenden, bedrijven en organisaties om hulp of advies zijn gevraagd. En wat het resultaat daarvan is. Zorg ervoor dat wij betrokken worden en op de hoogte zijn.
  • Participatie vaak niet verplicht voor niet-overheden
  • Wie een plan of idee heeft, is niet verplicht om anderen hierbij te betrekken (participatie). Het mag wel. Maar de gemeenteraad kan besluiten dat bij bepaalde plannen participatie wel verplicht is. 

Rijksmonumenten worden aangewezen op grond van de Erfgoedwet. Dat verandert niet na de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Voor de wettelijke bescherming van rijksmonumenten is het niet nodig om ze op te nemen in het omgevingsplan.

Gemeenten zijn verplicht om aantasting van de omgeving van (voor beschermde) rijksmonumenten en monumenten die op grond van het omgevingsplan zijn beschermd, te voorkomen, als die monumenten door die aantasting worden ontsierd of beschadigd. Daarbij gaat het zowel om de omgeving van (voor beschermde) rijksmonumenten, als om (voor beschermde) gemeentelijke monumenten en provinciale monumenten, als die laatste in het omgevingsplan worden beschermd. Naast het voorkomen van achteruitgang gaat het ook om het verbeteren van de kwaliteit van de omgeving, zodat het monument beter wordt beleefd of gewaardeerd.

Wat tot de niet aan te tasten omgeving van een beschermd monument moet worden gerekend, verschilt van geval tot geval. In het ene geval kan dit zich beperken tot de naastgelegen percelen of panden, bijvoorbeeld bij een monument in een smal straatje. Of (een deel van) de straat, gracht of het plein waaraan het monument gelegen is. In andere gevallen kan er sprake zijn van een ruimere samenhang met de omgeving, bijvoorbeeld in het geval van een windmolen, een landgoed of een historisch landmark.

Een onderzoek of er in Veere ook Gemeentelijke monumenten zijn lijkt op z’n plaats omdat die juist wel onder de nieuwe omgevingswet vallen.

Gemeenten kunnen de locatie van een rijksmonument de functie ‘rijksmonument’ toedelen. Dat maakt het mogelijk om andere regels te stellen dan de vergunningplicht uit artikel 5.1 lid 1 onder b Omgevingswet. Daartoe kan de locatie van een rijksmonument dan ook worden verbeeld in het omgevingsplan. Dergelijke aanvullende regels kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het gewenste of toegelaten gebruik van de locatie. De regels kunnen ook betrekking hebben op de omgeving van een rijksmonument, in het kader van de instructieregel in artikel 5.130 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het gaat dan om het voorkomen van activiteiten die de omgeving van een rijksmonument zodanig aantasten dat het monument wordt ontsierd of beschadigd. Hier dient de verbeelding om aan te geven waar die omgeving begint, en dus indirect waar het rijksmonument ophoudt. Tot slot kan het gaan om maatwerkregels ter invulling van de specifieke zorgplicht tot het voorkomen van beschadiging en vernieling van rijksmonumenten (artikel 13.7 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)). Of om maatwerkregels die een meldingsplicht opleggen voor inpandige vergunning vrije activiteiten (artikel 13.8 Bal).

We moeten proactief acteren.

Zorgplicht

De specifieke zorgplicht geldt vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet voor alle initiatiefnemers. Dit geldt zowel voor degene die de activiteit feitelijk verricht als voor degene die de opdracht daarvoor heeft gegeven of onder wiens verantwoordelijkheid de activiteit plaatsvindt. Het gaat dus zowel om de eigenaar en de gebruiker als om de uitvoerder, mocht dit een ander zijn dan de eigenaar of de gebruiker.

Bovenstaand is interessant als het gaat om verpaupering, het betreft de Rijksmonumenten.

Bij Monumenten is zo’n beetje alles vergunning plichtig, niet alleen voor verbouwingen maar ook voor schilderklussen, behalve voor het plegen van gewoon onderhoud en in het interieur wat geen monumentale waarde heeft.

Vergunning plicht geldt voor hele perceel, van hekwerk tot bijgebouw.

De essentie: gebruik betekent behoud.

Beeld Kwaliteits Plan

Dit wordt niet geregeld in de omgevingswet.

Het BKP is buitenwettelijk en vormvrij, bij gebruik worden er eisen gesteld aan de vaststelling van het BKP

Rijks beschermd Stadsgezicht

Dit richt zich op stedenbouwkundige en cultuurhistorische waardering

Veere is een Rijks beschermd stadsgezicht, alle panden binnen het beschermd gebied krijgen de status monument.

Onderstaand de grenzen van het beschermde stadsgezicht Veere, het lijkt logisch als het aandachtsgebied van de stichting zich hiertoe beperkt.

Bronnen

-Website gemeente Veere

-Informatie punt leefomgeving

-Ruimtelijke plannen

-Rijksdienst voor cultureel erfgoed

-Vereniging Nederlandse Gemeenten -BRO.nl

Scroll naar boven